zaterdag 16 februari 2013

Paul Kustermans - Oorlogsjaren




De tellende stemmen naderen nu onrustwekkend. Zo dadelijk zijn Barbara en ik aan de beurt.
‘Zes.’
‘Zeven!’ De vrouw schreeuwt haar nummer.
‘Acht’, roept mijn buurman. Hij loert naar me alsof hij het noodlot aan mij wil doorgeven.
Ik verstijf. De regen lekt van mijn gezicht. Ik ben nummer negen en naast me staat Barbara. Ik voel haar heup tegen de mijne. Barbara, mijn tweelingzus. Ik slik, trek mijn schouders achteruit en zeg zo vast ik kan: ‘Tien!’ Maar de soldaat heeft het gemerkt.
‘Nein, dummkopf. Neun. Nummer neun!’
‘Tien’, snikt Barbara en ze zet zelf een stap vooruit. Ik wil haar achteruit trekken en haar plaats innemen, maar de officier drijft zijn paard vooruit.
‘Keine Frauen ! Du !’
Met zijn zweepje wijst hij de volgende man aan.  Snikkend komt Barbara terug naast me staan.
Ik kijk naar de man die in Barbara’s plaats naar het kleine groepje wordt gedreven. Hij is oud. In het voorbijgaan kijkt hij Barbara aan en glimlacht wat weemoedig.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten